Behandeling

In onze kliniek kunt u voor alle kleine huisdieren terecht. De meeste behandelingen worden direct of later op afspraak binnen onze praktijk uitgevoerd. Voor bijzondere ingrepen verwijzen wij u soms door naar specialisten.

Voor informatie kunt u altijd contact opnemen. Hieronder vindt u voor een aantal veel voorkomende behandelingen (gebitsbehandeling, chippen en operaties) informatie.

Gebitsbehandeling

Een belangrijk onderdeel van deze behandeling is het verwijderen van de tandplaque. Tandplaque is de veroorzaker van de slechte mondgeur en ontstekingen van het tandvlees. De ontstekingen aan het tandvlees leiden uiteindelijk tot verlies van tanden en kiezen en verspreiding van bacteriën naar oa hart lever en nieren. In deze organen kunnen dan weer nieuwe ontstekingen ontstaan. Zonder de nodige nazorg zal uw huisdier maar kort kunnen genieten van zijn schone gebit.Er zijn twee maatregelen die het gebit van uw huisdier schoon kunnen houden:

  • Het dagelijks poetsen van het gebit van uw huisdier Onze paraveterinairen kunnen u alles vertellen over het kundig en efficiënt poetsen van het gebit van uw huisdier
  • Het voeden met speciale voeding. Deze brokken zorgen, door een speciale persing van vezels in de brok, voor een mechanische reiniging van het gebit. Ze zijn bovendien zodanig van samenstelling dat zij de kans op tandplaque en tandsteen verkleinen.

Chippen

U moet er natuurlijk niet aan denken dat u uw (nieuwe) huisdier kwijtraakt, maar als dit toch mocht gebeuren, dan kan, door uw huisdier te chippen en vervolgens te registreren uw dier weer snel bij z’n baasje worden teruggebracht. Chippen is een eenvoudige ingreep. Met een onderhuidse injectie wordt een chip ter grootte van een rijstkorrel ingebracht. Het nummer van deze chip kan met een barcodelezer worden gelezen. Met dit unieke nummer wordt het dier, samen met de gegevens van de eigenaar, ingeschreven bij een centrale databank, die indien uw huisdier gevonden is uw adresgegevens aan de vinder kan doorgeven.

Op de website van de Stcihting Nederlandse Databank Gezelschapsdieren kunt u meer informatie vinden of uw gechipte huisdier registreren.

Operatie

Uw huisdier moet geopereerd worden. Dat is niet iets om onvoorbereid te ondergaan. Vooraf hebben wij informatie nodig over de gezondheidstoestand van uw dier.De meeste operaties vinden plaats onder algehele narcose, maar bij kleinere operaties kan het voldoende zijn om uw huisdier eerst rustig te maken en het dan een plaatselijke verdoving te geven.

Voorafgaand aan de operatie

Gebruikt uw huisdier bepaalde medicijnen, vertel dat bij het maken van de afspraak..
Als er gezondheidsklachten optreden tussen het moment van het maken van de afspraak en de operatie zelf, overleg zo snel mogelijk hiervoor met uw dierenarts. Wacht in elk geval niet tot het moment van de operatie is aangebroken. Vraag wanneer uw dier in principe weer kunt ophalen en zorg dat er iemand thuis is op de dag van de operatie. Uw huisdier kan dan nog niet alleen blijven.

De dag van de operatie

  • Zorg dat uw huisdier nuchter is. Mogelijk kan hij anders tijdens de narcose braken .
  •  Voor alle huisdieren behalve knaagdieren, konijnen en fretten geldt dat ze 12 uur voor de operatie niets meer mogen eten.
  • Voor katten kan dit betekenen dat u ze 12 uur voor de operatie binnenhoudt. Water drinken moet nog wel mogelijk zijn.
  • Fretten mogen tot 6 uur voor de operatie eten. Knaagdieren en konijnen mogen tot 2 uur voor de operatie eten. Haal dan ook het hooi en stro weg!
  • Zorg dat het schoon is en geen vlooien heeft, maar wacht niet met de anti-vlooien behandeling tot vlak voor de operatie.
  • Laat een hond vooraf plassen en zijn ontlasting doen op een zo schoon mogelijke plaats.
  • Breng uw hond met een halsband om en aan een korte riem.
  • Breng uw kat in een stevig mandje.
  • Uw konijn of knaagdier doet u in een mandje of doos zonder strooisel. Neem eventueel wat voer mee in een apart bakje.
  • Voor uw fret volstaat een maandje met een lap erin. Neem apart wat voer voor hem mee.
  • Laat een telefoonnummer achter waarop u tijdens de operatie bereikbaar bent.

De eerste uren na de operatie

  • Uw huisdier komt na de operatie bij uit de narcose in een verwarmde omgeving. Als het nodig is, krijgt hij antibiotica en pijnstillers toegediend. Is het dier voldoende wakker, dan mag hij mee nar huis.
  • De narcose heeft tot gevolg dat uw dier wankel is, erg moe en soms misselijk. Hij heeft de eerste dag veel extra zorg en aandacht nodig.
  • Let er op dat het geopereerde dier niet weer suf wordt. Het moet wel op uw aandacht reageren.
  • Het dier moet warm aanvoelen. Als u twijfelt, kunt u de lichaamstemperatuur meten met een thermometer in de anus. De temperatuur moet tussen de 38 en 39 graden liggen.
  • U krijgt instructies van ons mee over eten drinken en medicijngebruik van uw huisdier. Volg deze nauwgezet op!
  • Operatiewonden worden bij huisdieren meestal niet verbonden. Gaat uw dier er toch aan likken of krabben, overleg dan met ons wat u daaraan kunt doen.
  • Houd een hond warm en rustig. Leg hem eventueel vast met een riem.
  • Laat uw hond af en toe kort uit aan de riem.
  • Zorg dat een kat niet huis op hoge meubels springt. Laat haar eventueel in het reismandje zitten of houd haar in een kleine ruimt tot ze weer stevig op de been is.

De eerste dagen na de operatie afhankelijk van de aard van de ingreep laat u uw hond de eerst 10-14 dagen aangelijnd uit. Laat hem niet springen of spelen. Houd uw kat de eerste dagen na de operatie binnen. Buiten kan zij opgejaagd worden waardoor de wond onder spanning komt te staan.Na 10-14 dagen, soms nog later, moeten de hechtingen verwijderd worden. Wanneer dat precies is, wordt u verteld als u de operatiepatiënt komt halen.

Het dier is meestal snel weer de oude

Als alles goed verloopt zal uw huisdier snel weer de oude zijn. Maar soms gebeuren er dingen waardoor u ongerust wordt. Wanneer moet u ons raadplegen? Dat zetten we hieronder op een rijtje.
U moet ons waarschuwen wanneer:

  • Het dier enkele uren na thuiskomst  steeds suffer wordt.
  • Eventueel rectaal temperaturen (hond/kat hebben normaal een temperatuur van 38 tot 39 graden)
  • Het dier veel braakt.
  • Het dier de dag na de operatie nog niet drinkt en de tweede dag na de operatie nog niet eet.